Weet u dat u als burger van Knokke-Heist investeert in...?
Windmolenparken in Wachtebeke, Maldegem, Laarne, Nevele, Melle en zonneparken in de kanaalzone Gent-Terneuzen: het gaat om allerlei kleine projecten waarin de gemeente via Finiwo investeert. De rendementen die worden voorgespiegeld variëren tussen de 15 % en 20 %. Ze zijn afhankelijk van de verkoop van groenestroomcertificaten aan de energieproducenten. De prijzen van die certificaten zijn wettelijk vastgelegd, maar nu al zijn er teveel en de energieproducenten kopen ze niet meer op. Ze kunnen wel tegen de vastgelegde prijzen worden verkocht aan Eandis. Eandis is evenwel grotendeels eigendom van de gemeenten waardoor deze dus eigenlijk zelf betalen voor hun hoge rendementen op windmolens en zonneparken. Eandis kan deze kosten proberen af te wentelen via hogere distributietarieven, maar daar zal de CREG, het controleorgaan voor deze tarieven, niet gelukkig mee zijn. Op termijn moeten de door de overheid bepaalde prijzen van de groenestroomcertificaten dus wel dalen.De gemeente zit voor 270730 euro in deze investeringen. Dit kan binnenkort verhogen met 200000 euro als de gemeente instapt in een windmolenproject in de Zeebrugse haven.
Electrabel Customer Solutions: het leveringsbedrijf voor elektriciteit en gas van Suez - Gaz de France. Dit bedrijf is beursgenoteerd en opereert in een concurrentiële omgeving. De regeringsonderhandelaars overwegen om de nucleaire rente die dat bedrijf op zijn afgeschreven kerncentrales verdient, weg te belasten. Dat zal wegen op het rendement van Finiwo dat voor rekening van de gemeente participeert in ECS .
Hoogspanningsnetwerken in het Oosten van Duitsland: het rendement hierop wordt bepaald door de Duitse energieregulator. Deze moet een afweging maken tussen de belangen van de Duitse energieconsumenten en de Belgische eigenaar van het hoogspanningsnetwerk.
Gasleidingsnetwerken die de verbinding met Russische aardgasvelden moet verzekeren en gaspijplijnen in Noord- en in Zuid-Europa: Finiwo participeert hier ook in voor rekening van de gemeenten. Het betreft investeringen in niet gereguleerde en dus hoogst onzekere projecten.
Twee vaststellingen bij al deze participaties:
1. Ze behoren niet tot de kerntaken van de gemeente
2. Ze zijn ondoorzichtig omdat ze via allerlei tussenstations lopen, vertegenwoordigen een hoog risico en komen neer op speculeren met belastinggeld.
Conclusie:
De gemeente trekt zich beter terug uit deze participaties en gebruikt het geld om de gemeentelijke schuld te verminderen.