De teerling is geworpen
Na een week is het stof van de verkiezingen een beetje gaan liggen. Elk zoekt in dat stof zijn waarheid, ik kan dus niet achter blijven. Verschillende vaststellingen kunnen worden gemaakt. De eerste is de monsterscore van de burgemeester en zijn lijst, zowel in totale als in naamstemmen. Dat lijkt te passen in een algemene trend naar een personalisering van de politiek, waarin minder op partijen wordt gestemd en meer op namen. Op gemeenteniveau is dat nog meer uitgesproken dan op een hoger niveau, wegens de kortere afstand tussen kiezer en kandidaat.
De tweede vaststelling is dat alle partijen van de huidige meerderheid er op vooruit zijn gegaan: de groep rond Lippens met drie (van 13 in 2000 naar 16 in 2006), de CD&V met één (van 5 naar 6) en de VLD ook met één (idem). De kiezer heeft dus het beleid gehonoreerd.
Derde vaststelling is dat de zogeheten democratische oppositie wordt afgeslacht: Raak, Groen en SPa verliezen samen 5 zetels en verdwijnen uit de gemeenteraad. De kiezer heeft geen onderscheid gemaakt tussen de eerder zachte oppositie van Groen en SPa en de harde oppositie van Raak. Hij/zij moet ze niet meer. Volgens mij is dat geen goede zaak voor de democratie.
Vierde vaststelling: het Vlaams Belang gaat niet meer vooruit en blijft steken op drie mandaten.
Vijfde vaststelling is dat de VLD uit de meerderheid valt, ondanks de vooruitgang. Dit is niet meer dan de democratische logica. Een afspiegelingscollege zoals in Hasselt, waarbij alle democratische partijen in het college vertegenwoordigd zijn, was een mogelijkheid geweest, maar waarschijnlijk waren er dan in de GBL te veel gegadigden voor te weinig postjes.
Zesde vaststelling: men kan zeggen dat het Verwilgheneffect niet gewerkt heeft. Maar met evenveel recht kan men de vraag stellen wanneer het wel zou gewerkt hebben. Nog een extra zetel meer of zelfs twee extra zetels zouden aan de meerderheidssamenstelling ook niets veranderd hebben.
Zevende vaststelling en een blik in de toekomst. Net zoals in de huidige gemeenteraad zal de meerderheid te groot zijn voor een individueel raadslid om te kunnen wegen op het beleid. Niemand is echt nodig en er moet dus naar niemand geluisterd worden zodat voor de echt belangrijke zaken een paar mensen aan de top de beslissingen kunnen nemen, terwijl voor de rest elke schepen op zijn domein zijn eigen gang kan gaan. Een meerderheidsraadslid zonder uitvoerend mandaat zal er net zoals nu voor ‘suiker en zeem’ bijzitten.
De kiezer heeft het evenwel zo beslist en we leggen ons daarbij neer.
Een laatste bedenking over mijn eigen positie. Mijn resultaat (verkozen met 550 voorkeurstemmen) is iets beter dan mijn eigen verwachting. Gegeven dat ik nu op een kleinere lijst stond dan de vorige keer mag ik tevreden zijn met twee derden van mijn stemmen van de vorige keer (770). Ook mijn collega’s Hugo De Plecker en Anne Bosschaerts kwamen uit op twee derden van de vorige keer. Kathleen van der Hooft scoort beter, te wijten aan de lijsttrekkersbonus. Na zes jaar monddood in de meerderheid ben ik eens benieuwd wat zes jaar oppositie zal brengen.